top of page
Het paardenvoer wordt zorgvuldig in een grote zwarte plastic ton gekiept.
Het deksel kan je met de nodige finesse draaien, zodat de ton hermetisch is afgesloten.
Op een ochtend is er een groot gat in het deksel 'geknabbeld'; je kan perfect zien waar de tandjes geschaafd hebben in de dikke, zwarte, harde plastiek.
De opening is ongeveer 10 cm op 10 cm. Langs de kanten is er ook nog een fijn boordje afgeknabbeld over 1/10 van de rand omtrek van de ronde deksel.
Het diertje, hiervoor verantwoordelijk, moet minstens de grootte van een hand zijn, denken we.
We plakken de gaten dicht maar 2 dagen later heeft de dief zich weer een gat gewurmd door het plakkend goedje, ik zie gladde grijze haartjes aan het plaksel van de tape uitsteken.
Welk impossant knaagdier heeft dergelijk doorzettingsvermogen?
Het moment dat de ton bijna leeggevoerd is aan de paarden, en het diertje niet meer tot bij het gat bovenaan raakt, is het tijd voor identificatie.
Een veldmuisje ter grootte van een pink draait rondjes in de voerton.
Flits, onze verbasterde chowchow, duikt tot bij hem en grijpt zijn kans. Het diertje overleeft de beet niet.
Ik bewonder de hardnekkigheid van deze muis, de volharding om tot bij z'n doel te raken.
Ik steek een vermalende vinger op naar de torenvalk, die nestelt boven de stallen. Maar hij ziet me niet staan; hij heeft het te druk om circeltjes te vliegen en achter een wijfje aan te dartelen. Eigenzinnig houdt hij een mogelijke concurrent-indringer, die iets verderop over de velden scheert, op afstand. ZIJN habitat!
Als Flits in de graslanden naar muizen duikt, zien we somtijds hoe de valk boven hem rondjes draait : vermakelijke intelligentie der natuur! Wat kan het mensdom hier nog veel van leren...
bottom of page