top of page
Vier deuropeningen kappen in evenveel muren van rotsen, en steen per steen handmatig uitnemen in alle maten en gewichten, allemaal verbonden met een harde leemleeg, dat zijn in kort samengevat de laatste werkzaamheden.
Als we kiezen voor de electrische drilboor, siddert en beeft elke steen in de nabije omtrek. Of dit enig risico inhoudt, is niet echt duidelijk. De muren zijn solide, alsook het dakwerk, maar we nemen het zekere voor onzekere: we geven de voorkeur aan de hamer en beitel.
Elk tikje is een stap dichter bij onze droom.
Terwijl steen per steen loskomt met de beitel, sorteren we ze in twee hoopjes: één hoop is klein rotsafval en één hoop is voor de prachtige natuurstenen 'pierres'. Het kleine rotsafval wordt als aanvulgrond gebruikt naast de oprit en de grotere rotsblokken worden zorgvuldig op een hoop bewaard achter het huis. Deze komen later van pas voor het bijmaken van een muur of de restauratie van de waterput. Vantje bewijst weer zijn diensten.
Terwijl de hamer tegen de beitel tikt, zie ik de rotsdelver 200 jaar geleden, die hetzelfde ritmische geluid maakte, enkel met véél meer kracht. Tik-tik-tik. De kolossen dienden dan ook nog eens getransporteerd met paard en kar, tot op de plek waar ze nodig waren. Geduld, doorzetting, volharding. Niemand zal de delver ooit gevraagd hebben of hij zin had om te stoppen... of hij ermee wilde 'kappen'...
Ooit bezochten we het kasteel van Guédelon, in de Bourgogne.
De aanwezigheid van hout, water en rots waren de vereisten om zich te kunnen vestigen : voor de kasteelheren was dat zo, maar ook voor de boeren.
De vierde deuropening is nagenoeg klaar; het moeilijkste is het onderste gedeelte van het kapwerk : om gebukt te blijven en toch kracht uit te oefenen met de hamer.
De rotsdelver van 200 jaar geleden zorgt voor de nodige soelaas...
Lilou komt aangelopen.
Ze wil vast niet weten hoe het met ons gaat.
Ze zal totaal geen interesse hebben hoe ver de werken staan.
Lilou heeft maar één vraag, dat lees ik op haar gezichtje: 'Hoe maken de paarden het?'
Ik toon haar waar de poetsborstels voor de paarden liggen en probeer iets met haar af te spreken tegen het einde van de week. Zie ik fonkelende oogjes?
Die vrijdagnamiddag staat ze dan ook aan de voordeur.
We nemen de borstels, zij heeft er ook 'plein, plein', héél veel dus.
Ze huppelt naar de stallen, met mij in haar kielzog.
Color is, volgens mij, het meest op zijn gemak. Hij wordt uit de wei geplukt om eens heerlijk verwend te worden.
Lilou doet het voortreffelijk; ze vertaalt voor mij 'manen', 'staart', 'manekam' ... naar het frans.
Ik dien de haartjes van Colors snoet te borstelen met een zachte borstel, hij is niet héél 'sensible', maar het is altijd beter, laat ze me weten. Ik glimlach om haar opmerkzaamheid.
Ze sust Color en zegt dat hij braaf is.
Ons buurmeisje, een paardenmeisje.
bottom of page